Woorden aaneenschrijven of niet?

Ik zie het geregeld in Nederlandse teksten: het gebruik van spaties tussen twee of meer woorden waarbij aaneenschrijven de regel is. Juist doordat woorden die bij elkaar horen, los van elkaar staan, kost het vaak meer tijd de betekenis ervan te begrijpen. Overigens snap ik de verwarring of onzekerheid met betrekking tot aaneenschrijven wel, neem bijvoorbeeld een woord als langeafstandsloper of superleuk. Woorden die uit meerdere zelfstandige woorden bestaan en die in die hoedanigheid ook prima functioneren.

We hebben het hier over samenstellingen: woorden die, zoals gedefinieerd door de Taalunie[1], bestaan uit twee of meer grondwoorden, eventueel verbonden door een tussenklank. Maar wanneer schrijf je woorden aan elkaar? Dat is mede afhankelijk van je intentie wat betreft de betekenis. Bij een woord als eenaprilgrap zien we dat de betekenis aanzienlijk verandert wanneer je er een aprilgrap van maakt. Woorden in een samenstelling zijn dus wederzijds afhankelijk. Daarnaast zijn er volgens het Genootschap Onze Taal nog meer kenmerken[2] te onderscheiden als het gaat om samenstellingen:

  • Bij twee of meer woorden die een samenstelling en dus één geheel vormen, is er ook vaak één klemtoon: súperleuk, adembenémend.
  • Het laatste deel van een samenstelling is de kern en bepaalt ook het woordgeslacht: het is bijvoorbeeld het beleid en daarom ook het grotestedenbeleid.
  • Ook bepaalt het laatste deel om wat voor ‘ding’ het gaat; het eerste deel zegt iets over het laatste deel: schoudertas, vleesmes.
  • Zoals we hierboven al zagen, zijn de delen van een samenstelling opzichzelfstaande woorden.
  • Behalve zelfstandige naamwoorden kunnen samenstellingen werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden bevatten, bijvoorbeeld: kennismaken en toplocatie.
  • Het gebruik van een koppelteken in samenstellingen is in de meeste gevallen toegestaan en soms zelfs verplicht, onder andere ter voorkoming van klinkerbotsing: astma-aanval, domino-effect.

Helemaal verwarrend wordt het wellicht als het niet om samenstellingen van Nederlandse, maar Engelse woorden gaat óf een combinatie van beide. Neem nou een woord als                       contentmanagementsysteem, dat ook geschreven kan worden als contentmanagement-systeem en content-managementsysteem. Aan elkaar dus, met of zonder koppelteken.

Naast het eerdergenoemde feit dat Nederlandse samenstellingen – met of zonder Engelse woorden – mensen hoofdbrekens bezorgen, bestaat er op het gebied van aaneenschrijven ook nog eens een kenmerkend verschil tussen het Nederlands en Engels. Waar wij Nederlanders woorden overwegend samenstellen, doen de Engelsen dat vaak niet. In het Nederlands is accountmanager een samenstelling, maar het Engels gebruikt hier twee woorden: account manager. Dat geldt ook voor top model (versus topmodel), heavily armed (versus zwaarbewapend) en South Pole (versus Zuidpool) etc. Toch kent het Engels ook samenstellingen – compound words – zoals airport, newspaper, heartbeat, playground (die vlieger gaat dan weer niet op voor swimming pool …).

Een lastig onderwerp, samenstellingen. Hoe dan ook: hopelijk hebben jullie iets aan deze handvatten. Ook kan het zinvol zijn de eerdergenoemde taalgerelateerde websites te raadplegen als je even niet weet of je woorden aaneenschrijft of niet.

[1] Zie website: http://taalunieversum.org/

[2] Bron: https://onzetaal.nl/taaladvies/advies/samenstelling