Dialect is slechts een onbeduidende lokale taalvariant. Toch? Of worden dialecten hiermee tekortgedaan? Hoe verhoudt dialect zich eigenlijk tot taal?
Eerlijk is eerlijk (en een tikkeltje snobistisch), ik moet altijd een beetje lachen als ik een Brabander op de nationale tv hoor praten in de taal van de streek waarin hij woont. Daarmee bedoel ik dus niet het spreken met een Brabants accent, maar het spreken van een dialect ‘in vol ornaat’. Je kunt ervan uitgaan dat niet iedere Nederlander in staat is te begrijpen wat die persoon zegt. Dat is ook niet zo vreemd, want een dialect wijkt soms mijlenver af van het Nederlands. Dit voorbeeld heb ik overigens gekozen omdat ik zelf uit Brabant kom, maar ik had evengoed kunnen refereren aan een Limburgs, Gronings of ander Nederlands dialect.
Streektaal
Een ander woord voor dialect is ‘streektaal’, wat aardig voor zich spreekt. Maar wat is nu eigenlijk het verschil tussen taal en streektaal? Omdat het lastig is dit onderscheid strikt aan te geven, lijkt het me goed om allereerst de term ‘taal’ te herdefiniëren als ‘standaardtaal’. Want uiteindelijk is bijvoorbeeld ‘het Nederlands’ een taal, maar ook de standaardtaal van Nederland. De definitie die Van Dale geeft van standaardtaal, is dan ook: “als norm erkende taal”. Voor dialect is die: “in een bepaalde streek gesproken taal, afwijkend van de standaardtaal”. Een standaardtaal is dus officieel geaccepteerd en als zodanig benoemd en – misschien nog belangrijker – dit wordt bekrachtigd door vastlegging ervan in woordenboeken, grammaticaboeken, het Groene Boekje, etc. Een taal die enkel in een bepaalde streek, stad of bepaald dorp gesproken wordt, voldoet daar niet aan.
Oorsprong van het Nederlands
Dat betekent echter niet dat streektalen betekenisloos en onbeduidend zijn. Integendeel, ze maken deel uit van de cultuur van een streek of plaats. Nu nog, maar zeker in vroeger tijden waren ze bijzonder functioneel en droegen ze bij aan zowel effectieve communicatie als de identiteit van de bewoners van de omgeving waarin ze gesproken werden. Bovendien hebben ze vaak aan de basis gestaan van een standaardtaal. Het Standaardnederlands is natuurlijk niet tijdens een avondje dobbelen ontstaan. Deze standaardtaal is als het ware uit een verzameling dialecten geëvolueerd tot wat ze nu is en deze evolutie duurt voort (zie hierover ook mijn tekst Taalverandering).
Jammer
Zoals gezegd is taal en dus ook streektaal aan verandering onderhevig. Dit maakt dat een dialect ook kan verdwijnen. Zeker met het oog op de globalisering kan ik me voorstellen dat het gebruik van een dialect steeds verder zal afnemen. Ik heb er geen empirisch onderzoek naar gedaan, maar als ik mijn oor te luisteren leg in mijn eigen dorp, dan merk ik dat steeds minder jongeren het daar gesproken dialect spreken en vermoedelijk ook verstaan. En dan heb ik het niet zozeer over degenen die oorspronkelijk uit andere windstreken komen. Ook de mensen die er de afgelopen drie decennia geboren zijn, hebben het nog nauwelijks geleerd, vermoedelijk dus omdat het belang van het spreken en verstaan van deze talige variant steeds kleiner wordt. Onvermijdelijk? Ik denk van wel. Jammer? Ja, vanuit cultureel en taalkundig oogpunt beschouwd toch ook wel.