Tijdens het vertalen loop ik hier weleens tegenaan: dat er simpelweg geen een-op-eenvertaling voorhanden is voor een woord. Een dergelijke situatie vraagt tijd, creativiteit en vaak ook speurwerk om het betreffende tóch op een elegante manier in de doeltaal te verwoorden. Kan lastig zijn als ik dicht tegen een deadline aan zit, maar doorgaans rust ik niet voordat ik die ‘mooie’ formulering heb gevonden. En uiteindelijk mag men van een vertaler ook verwachten dat hij of zij met minder geen genoegen neemt.
Ik heb het hier over het begrip taalleemte. De brontaal kent het woord wel, de doeltaal niet. En dan is het dus aan de vertaler om de strekking ervan toch zo doeltreffend mogelijk weer te geven, liefst zonder al te uitvoerig te zijn. Voorbeelden van Nederlandse begrippen waar het Engels geen ‘exacte’ vertaling voor heeft:
- Hoor, als in ‘Ja hoor!’, om het woord dat eraan voorafgaat kracht bij te zetten. Je kunt in het Engels weliswaar kiezen voor ‘Sure!’ of ‘But of course!’, maar dit zijn benaderingen.
- Heten: ‘Ik heet Olga’ laat zich natuurlijk prima vertalen met ‘My name is Olga’ of ‘I am Olga’. Maar het is geen een-op-eenvertaling en dat vind ik best opmerkelijk. Niet alleen het Nederlands, maar ook het Duits kent dit woord namelijk (heißen) en het zou wat mij betreft dus enigszins ‘logisch’ zijn geweest als die vlieger ook voor het Engels was opgegaan, aangezien deze drie talen tot dezelfde taalfamilie behoren.
- Tegenligger: oncoming driver/traffic/car. Werkt wel, maar ik vind het Nederlandse woord toch efficiënter.
- Binnenpretje: Private joke? Mwah …
Natuurlijk bestaan er ook hiaten in tegengestelde richting:
- Het hyperoniem[1] sibling, het woord dat zo prachtig de betekenis van zowel broer als zus omvat en helaas niet bestaat in het Nederlands.
- Multitasking wordt vertaald met ‘het gelijktijdig verrichten van verschillende taken door één persoon, apparaat of organisatie’ (volgens Van Dale). Netjes omschreven, maar geen equivalent. Niettemin wordt de Engelse term ook gewoon door Nederlanders gebruikt, wat wél het probleem oplost en misschien juist de behoefte aan een ‘exacte’ vertaling heeft doen voorkomen (zie in deze context ook mijn blogbericht over leenwoorden).
- Smartphone: ook een Engels leenwoord.
- Het Engels heeft trouwens ook een vertaling voor het witte vezelachtige materiaal dat je aan de binnenkant van een sinaasappelschil vindt: pith.
Ik ontbeer de kennis om andere talen in deze bespreking te betrekken, maar als ik zo op het internet rondneus, wordt me al snel duidelijk dat het bestaan van taalleemtes zich niet beperkt tot het Nederlands en Engels. Niet zo verwonderlijk ook, als je bedenkt dat woorden soms simpelweg niet aan de orde zijn in de cultuur van een land of soms gewoon direct uit een andere taal overgenomen worden. Afijn, een begrip dat regelmatig stof tot nadenken oplevert voor hen die zich met taal en tekst bezighouden.
[1] Hyperoniem: woord waarvan de betekenis die van een ander woord insluit (volgens Van Dale). Bijvoorbeeld ‘ouder’, waar zowel ‘vader’ als ‘moeder’ mee bedoeld kan worden.