Enige tijd geleden hoorde ik iemand zeggen dat hij het onprettig vindt dat Nederlanders steeds vaker Engelse woorden in Nederlands zinsverband gebruiken. Voorbeelden hiervan zijn:
• We komen samen met de kids.
• Morgen gaan we heerlijk shoppen.
• Wat een bullshit!
• Ik heb een date.
Dit soort woorden wordt logischerwijs leenwoorden genoemd. Hoewel, misschien is dit niet helemaal logisch, aangezien het eerste deel van deze term doet vermoeden dat het woord na een bepaalde tijd weer keurig geretourneerd (inderdaad, een Frans leenwoord) wordt. Niets is echter minder waar. Als een woord eenmaal uit een andere taal is overgenomen, zal het niet weer teruggegeven worden aan de ‘rechtmatige’ eigenaar. En wat is rechtmatig, als het op woordgebruik aankomt?
Overigens is het wel mogelijk dat woorden op termijn in onbruik raken. Sterker nog, dit gebeurt geregeld en dus ook met leenwoorden. Een voorbeeld is calculator, die we tegenwoordig overwegend rekenmachine noemen. En wat te denken van harddisk, het computeronderdeel dat steeds vaker harde schijf genoemd wordt?
De Nederlandse taal – en dat geldt voor de meeste, mogelijk alle, natuurlijke talen – is nu eenmaal aan verandering onderhevig en het gebruik van leenwoorden is niet exclusief voor de tijd waarin wij leven. Het is van alle tijden en leenwoorden die Nederlanders gebruiken, kunnen o.a. uit het Engels, Duits, Frans, Spaans, Italiaans, Grieks en Latijn afkomstig zijn. Bovendien zijn ze doorgaans buitengewoon functioneel. Daar komt nog bij dat er soms simpelweg geen geschikte Nederlandse vertaling voorhanden is. Wat betreft woorden als e-mail, gamen, tablet en smartphone kunnen we het hierover wel eens zijn, lijkt me. Dat geldt voor veel IT-gerelateerde woorden.
Toch begrijp ik de irritatie wel wanneer Engelse woorden door Nederlanders te pas en te onpas gebruikt worden. Sommige mensen lijken het idee te hebben dat ze interessanter worden gevonden als ze hun spraak of tekst ermee doorspekken: point taken, business, gut feeling, levelen. Het gebruik van een Engels woord waar een prima Nederlands alternatief voor bestaat, kan bijzonder ergerlijk of juist lachwekkend zijn en de gebruiker ervan bereikt hiermee een averechts effect.
Echter, het angstvallig vermijden van leenwoorden is naar mijn mening ook zeker niet aan te raden. Wat vindt u van de volgende woorden: botsballon (airbag), luxevaart (cruise) en zesdrager (sixpack)? Ik vind het krampachtige, nee zelfs hilarische, pogingen om vast te houden aan het Nederlands. Kennelijk is dit een mening die door velen wordt gedeeld, want deze woorden hebben het dan ook niet gered in de race om erkenning.
Kortom, met het gebruik van leenwoorden is niets mis ingeval het Nederlands, of welke taal ook, tekortschiet. Sterker nog, ik ben van mening dat doordachte en gedoseerde toepassing van leenwoorden een taal rijker en communicatie effectiever kan maken. Taal leeft en evolueert, prachtig toch?