Stijlfiguren en -fouten deel II

Een poos geleden heb ik over stijlfouten en -figuren geschreven en daarbij mijn intentie uitgesproken om later nog eens met enkele andere voorbeelden (pleonasme, tautologie en metafoor) op dit onderwerp terug te komen. Bij dezen …

Even een opfrisser: stijlfouten zijn verkeerd gebruikte woorden of uitdrukkingen, of zinnen die scheeflopen. Doorgaans worden ze onbewust gemaakt. Als iemand daarentegen intentioneel tegen de correcte stijl ingaat, wordt dit vaak niet als een fout, maar als een stijlfiguur gezien.[1]

Pleonasme

Waarschijnlijk kennen velen deze term nog van de middelbare school, aangezien behandeling ervan al sinds jaar en dag (bij mijn weten) bij zo’n beetje alle schoolniveaus op het menu staat. Maar wat houdt hij ook weer in? Je kunt van een pleonasme spreken wanneer de eigenschap van iets of iemand nogmaals wordt benoemd door een ander woord. Voorbeelden hiervan zijn: witte sneeuw, groen gras (akkoord, er bestaan andere varianten, maar de groene is volgens mij de norm), mede-collega en omlaagvallen (omhoogvallen wordt overigens ook gebruikt, maar dan in figuurlijke zin, waarbij men verwijst naar iemands verwaandheid). Vaak gaat het dus om een combinatie van een bijvoeglijk naamwoord en een zelfstandig naamwoord, maar zoals je ziet zijn er ook pleonastische samenstellingen. Door de tijd heen kan het gebeuren dat pleonasmen gemeengoed worden, zoals bij apk-keuring is gebeurd (apk betekent namelijk algemene periodieke keuring).

Tautologie

Volgens Van Dale: ‘herhaling van eenzelfde denkbeeld met een andere uitdrukking’. De tautologie en het pleonasme hebben dus wel enige gelijkenis en ik kan me voorstellen dat ze daarom weleens met elkaar verwisseld worden. Voorbeelden van tautologie zijn: enkel en alleen, vast en zeker, pais en vree en schots en scheef. Deze voorbeelden zijn overigens gaandeweg ook weer ingeburgerd geraakt en door de taalautoriteiten geaccepteerd. Ze dragen zelfs bij aan expressie. Woordcombinaties als de volgende zijn echter niet acceptabel:

  • Uiteraard laat ik je natuurlijk het huis zien.
  • Voordat je je aanmeldt, moet je eerst een training doorlopen.
  • zoals bijvoorbeeld
  • Maar dat is echter niet de bedoeling!

Metafoor

De metafoor wordt door Van Dale omschreven als een stijlfiguur waar­bij een woord of uit­druk­king op grond van ge­lij­ke­nis wordt ge­bruikt als naam voor iets waar­op dat woord of die uit­druk­king in ei­gen­lij­ke zin niet van toe­pas­sing is. In eenvoudigere taal: je gebruikt een woord in figuurlijke zin voor iets dat in letterlijke zin niets met dat woord te maken heeft. Enkele voorbeelden: de voet van een berg, het hart van de stad, het brein achter deze actie.

Zo, dit even ter lering en vermaak!


[1] Bron: https://onzetaal.nl/taaladvies/stijlfouten